Rustig pak ik de draad weer op. Even niet betrokken zijn bij de stervensfase lijkt me goed voor mezelf en mijn professionele rol als verpleegkundige. Maar waar begint de stervensfase precies? Als ik het antwoord geweten had, had ik de patië...
Of ik mijn werk mee naar huis neem. Alsof het niet professioneel zou zijn om juist na je werk als arts, verpleegkundige, politieagent of brandweerman te reflecteren op de soms rauwe kanten van het hulpverlenersvak.
Na een lange dag naast zijn bed, zijn handen vasthouden en elk moment in ons opnemen alsof het zijn laatste is, worden we onzeker: pa blijft rustig doorademen. Omdat we geen idee hebben hoe het zal gaan, toch maar onze mobiel gepakt en ‘pal...
Als de pijn toeneemt en er behoefte aan rust komt, ga ik vlakbij haar zitten en maak zachte klanken met mijn stem en instrument. Haar kleine nichtje ontpopt zich als een ballerina en danst, waarbij ze haar handen regelmatig in de vorm van e...
De meesten van ons leven het leven vaak bijna onverschrokken en onbewust. En dat is een groot goed.
Zittend in de middagzon aan het begin van een nieuwe lente terwijl de wereld in brand staat, sta ik even stil bij alle tijd die (jonge) man...
Bij binnenkomst kan je de stemming aflezen van haar gezicht. Goed gestemd: een liefdevolle klop op je wang of een kneepje in je zij. Dan noemen we haar ook wel eens Truusje.
Haar stemming in de mineur: gezicht op onweer, Boris op de grond...
"Ik heb tranen in mijn ogen als ik in mijn auto zit. Deze situatie raakt mij intens. Dit heb ik nog nooit gehad. Ik vraag me af of ik nu “te betrokken” ben? Is dit wel “normaal?”
Ik dank degene die me adviseert om het verhaal op te schrijven en het zal de laatste nacht worden, waarin ik niet slaap. Ik schrijf, nauwgezet en gedetailleerd. In beelden. Haperend, want het emotioneert me.
Afscheid nemen van mijn werk en collega’s, het doet veel met mij. Het verwerkingsproces valt zwaar: ik moet mijn oude ik loslaten, maar ik weet niet wie mijn nieuwe ik is. Het onvermijdelijke is, dat ik mijn grenzen moet gaan aangeven, maar...
‘Sorry jongen, dat ik je ophoud. Jij moet weer verder natuurlijk. Toch bedankt. Jullie zijn de meeste dagen het enige bezoek dat ik krijg. Ik wil graag mijn verhaal kwijt, dat begrijp je wel toch?’ zegt meneer terwijl hij mij verontschuldig...